sexta-feira, 18 de março de 2011

Camera's lossen niet alles op!

Maart 2011


Rijswijkse burgemeester wil geen wereld vol camera’s op straat:

“Ik heb een hekel aan mensen die vanaf de zijlijn commentaar leveren”


Ineke van der Wel-Markerink is burgemeester in Rijswijk. Onlangs laaide de discussie over camera’s in het oude centrum van de stad weer op na een overval op een horecaondernemer. Metro sprak met haar over cameratoezicht, kritiek op het burgemeestersschap en de houdbaarheidsdatum van een burgemeester.

Waarom kunnen er geen camera's op straat worden opgehangen om overvallen te voorkomen


“Mensen denken dat je als burgemeester camera’s kunt ophangen en dat je die kunt gebruiken in het strafrecht. Dat kan dus niet, dat kan alleen het Openbaar Ministerie. Ik vind ook dat teveel verondersteld wordt dat je daar iets mee redt. Je lost er niet direct iets mee op; de daad moet op de camera staan. Het is vaak veel beter als iemand zelf in z’n zaak een camera heeft.”

“In het kader van openbare orde zou ik wél camera’s mogen plaatsen; bijvoorbeeld bij lastige groepen die op straat voortdurend de boel onveilig maken. Maar ófwel het heeft geen effect, óf het verplaatst zich naar gebieden waar geen camera hangt. Dan kun je de hele wereld volhangen en in zo’n wereld wil ik niet leven, dat is ook de reden dat ik zeg: doe het anders.”

Het is makkelijk roepen als je zelf geen burgemeester bent

“Ik heb een hekel aan mensen die commentaar van de zijlijn leveren. Als je wilt dat dingen anders gaan, dan moet je ook je nek ervoor uitsteken en je verantwoordelijkheid willen nemen. Dat heb ik gedaan via vrijwilligersorganisaties, opbouwwerk en een oudercommissie van school. Zo kwam ik in contact met het gemeentebestuur en toen dacht ik: nou, dan moest ik maar eens in de gemeenteraad gaan zitten.”

“Wat ik zelf heel belangrijk vind in de functie van burgemeester, is dat ik een goed zicht heb op het hele plaatje. Kijk welke andere verbindingen er zijn om een probleem op te lossen, in plaats van: ik doe dit en dan is het klaar. Ik ben heel erg iemand van de breedte. Kijk over je eigen schutting heen en zie dat er geen eendimensionale oplossing is.”


Compromissen sluiten is het begin van het einde.


“Hoe meer partijen er zijn, hoe meer ook blijkt dat mensen niet bereid zijn om compromissen te sluiten. Iedere nieuwe partij denkt: die bestaande partijen doen het niet goed, het gaat vanaf nu zoals ik het wil. Je ziet dat mensen soms zelfs niet binnen één partij naar compromissen kunnen zoeken. Dan vraag ik me weleens af of ze het buiten die partij wel kunnen.”

“Ik zou altijd een beroep willen hebben waarin je mensen dingen kunt laten zien, zodat ze zelf in de gaten krijgen hoe het werkt. Onderwijs is bijvoorbeeld zo’n plek waar je dat kunt doen. Journalistiek heb ik ook heel graag willen doen, maar dat vind ik nu minder interessant; de journalistiek staat sterk onder druk. Ja, iedereen denkt dat ie het kan en dat is niet zo. Dat vind ik echt treurig hoor; je moet toch echt de goede ‘wie, wat, waar en hoe’-vragen stellen en ook tijd hebben om dat uit te zoeken. Want het heeft wel enorme impact.”


Burgemeesters moeten meer naar zichzelf kijken


“In de loop der jaren is het vak van burgemeester zó breed geworden. Daar moet je niet de politieke waan van de dag overheen laten gaan. Ik ben dus niet zo voor het kiezen van een burgemeester. Ik denk: laat er nou nog één figuur zijn die niet onder de druk staat van: er moet op mij gekozen worden en daarom kiest voor makkelijk bekkende oplossingen, een mooi verhaal. Iemand ook die niet hard meeloopt in dat spel, maar die gewoon zegt: ‘laten we nou eens even gaan zitten’ en dat kan doen omdat ie niet afhankelijk is van het kiezersmandaat. En z’n functie is toch al transparant en kwetsbaar; een burgemeester moet echt weg als mensen hem niet meer zien zitten.”

“Zolang je de regierol gegund wordt, kun je daarin een rol vervullen. Maar als je het gevoel hebt of zelfs gezegd wordt van: ‘het is nou wel klaar of er zijn anderen die dat mogen doen’; dan moet je zelf denken: ‘volgens mij is dat moment nu wel gekomen’. Ik heb het nog niet gehoord, gelukkig.”
 


Sem comentários: