Nederlandse onderzoekers hebben bakkersgist (Saccharomyces cerevisiae) efficiënt antilichamen laten produceren met ethanol als brandstof. De gist heeft nog wel glucose nodig om op te starten. Dat publiceerden Teun van de Laar en collega’s van het biotechbedrijf BAC onlangs in Biotechnology & Bioengineering.
Tijdens hun experimenten startten de onderzoekers gist eerst op met een medium dat glucose bevatte. Toen de gist alle glucose geconsumeerd had, voegden de zij geleidelijk porties ethanol toe in de zogenaamde feed-fase. De gistcellen bleken minder hard te groeien, maar wel meer antilichaam te produceren dan wanneer ze op glucose liepen.
Dat de gistcellen op ethanol sneller antilichamen gaan produceren was verrassend, omdat ethanol tot nu toe altijd gezien werd als een nadelig bijproduct. “Wel is het belangrijk om de ethanolconcentratie niet te hoog te laten worden, omdat anders de groei van de gist te veel geremd wordt en ook de eiwitproductie netto niet toeneemt”, vertelt Van de Laar.
De onderzoekers denken dat de antilichaamproductie hoger wordt door het stresseffect van ethanol. “Op glucose is de gist min of meer verwend. Het grootste gedeelte van de koolstof en energiebron wordt aangewend voor groei. Door ethanol moeten de cellen efficiënter met hun koolstof en energiebron omgaan.”
Volgens Van de Laar zal deze productiemethode steeds meer in fabrieken zal worden toegepast, mede omdat ethanol in de toekomst alleen nog maar goedkoper gaat worden. “Voor ethanol is de enige eis dat een fabriek met zo’n brandbare vloeistof kan werken. Dat levert steeds minder vaak problemen op aangezien biotechnologische productiefaciliteiten hier tegenwoordig voor zijn ingericht.”
Biotechnology and Bioengineering
Sem comentários:
Enviar um comentário